-
1 aan een touw rukken
aan een touw rukken -
2 een touw vastmaken (aan)
een touw vastmaken (aan)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een touw vastmaken (aan)
-
3 touw
♦voorbeelden:een eind touw • un bout de cordeeen touw slaan om iets • nouer une corde autour de qc.touwtje springen • sauter à la cordedaar is geen touw aan vast te knopen • cela n'a ni queue ni têteik kan er geen touw aan vastknopen • je n'y comprends rien¶ de bal ging in de touwen • la balle, le ballon alla dans le filetvoortdurend in touw zijn • être toujours sur la brècheiets op (het) touw zetten • mettre qc. sur piedvlug een picknick op touw zetten • improviser un pique-nique -
4 touw
3 [weefgetouw] loom♦voorbeelden:iets met (een) touw(en) vastbinden/dichtbinden • tie something (up)¶ in touw zijn • be in harness, be hard at it/busyiets op touw zetten • plan/start something; launch/mount something 〈 campagne〉 -
5 rukken
1 [hard trekken] tirer fort2 [masturberen] se branler♦voorbeelden:aan een touw rukken • tirer fort sur une cordeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door hard trekken verplaatsen, in een toestand brengen] arracher♦voorbeelden:iemand iets uit de hand rukken • arracher qc. des mains de qn.zich uit iemands armen rukken • s'arracher des bras de qn.de woorden uit hun verband rukken • isoler les mots de leur contexte -
6 meevoeren
1 [met betrekking tot een persoon] carry (along) 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ lead (along) 〈 bij de hand, aan een touw〉2 [met betrekking tot een zaak] carry (along) -
7 vastliggen
2 [zo liggen dat verplaatsing moeilijk is] être immobilisé3 [vastgelegd zijn] être fixé♦voorbeelden:die clausules liggen vast in het contract • ce sont les clauses du contrat -
8 vastliggen
2 [zo liggen dat verplaatsing moeilijk is] be tied down♦voorbeelden: -
9 lus
2 [vorm] loop♦voorbeelden: -
10 vieren
1 [feestelijk gedenken] fêter2 [eer bewijzen aan] célébrer3 [laten schieten] filer♦voorbeelden:1 het honderdjarig bestaan van iets vieren • fêter le centenaire de qc.het betrekken van een nieuwe woning vieren • pendre la crémaillèrede sabbat vieren • observer le sabbatveel triomfen vieren • remporter de nombreux triomphesiemands verjaardag vieren • fêter l'anniversaire de qn.een zeil vieren • larguer une voile -
11 knoop
1 [met betrekking tot kleding] button2 [dichtgetrokken lus] knot3 [scheepvaart] knot4 [knobbel aan een stengel] node5 [natuurkunde] [rustpunt] node♦voorbeelden:2 een dubbele/platte knoop • a double/reef knoteen knoop leggen/maken • tie/make a knoteen knoop losmaken/ontwarren • untie/undo a knothet touw zit in de knoop • the rope is tangled/full of knots(met zichzelf) in de knoop zitten • be at odds with oneselfin de knoop raken • become entangled -
12 strak
1 [zonder bochten, plooien] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 raide ⇒ 〈m.b.t. kleding〉 ajusté 〈 bijwoord〉 avec raideur♦voorbeelden:een touw strak houden • tendre une corde〈 figuurlijk〉 iemand strak houden • serrer la vis à qn.de snaren strakker spannen • resserrer les cordesde broek zit daar te strak • le pantalon est trop étroit ici2 iemand strak aankijken • regarder qn. fixementstrak aan iets vasthouden • s'obstiner dans qc. -
13 vastknopen
1 [knopend vastmaken] boutonner2 [met een knoop verbinden] nouer3 [d.m.v. een touw vastmaken] attacher avec une corde4 [figuurlijk][verbinden] relier♦voorbeelden: -
14 vastknopen
-
15 vieren
♦voorbeelden:2 een gevierd man • a celebrated/an acclaimed man -
16 zeel
♦voorbeelden: -
17 vastmaken
♦voorbeelden:een touw vastmaken (aan) • tie a rope (to) -
18 lijn
2 [wiskunde] line4 [omtrek] (out)line, contour7 [potlood/krijtstreep] line♦voorbeelden:2 in rechte lijn (gemeten) • in a straight/direct line, as the crow fliesin grote lijnen • broadly speaking, on the wholeaan de (slanke) lijn doen • be on a dietin grote lijnen begrijpen wat er gezegd wordt • get the gist of what is being said〈 figuurlijk〉 op één lijn brengen • align, bring into linealleen op binnenlandse lijnen vliegen • fly only domestic routesdie lijn bestaat niet meer • that service/route no longer existsblijft u even aan de lijn a.u.b. • hold the line, pleaseik heb je moeder aan de lijn • your mother is on the line/phonelijn 15 • number 157 lijnen trekken/krassen (op) • draw/scratch lines (on)de bal ging over de lijn • the ball crossed the lineeen harde lijn • a hard linede resultaten bewegen zich in opgaande lijn • the results show an upward trendin opgaande lijn • (going) in the right directioneen andere lijn (gaan) volgen • pursue a different coursedat ligt in zijn lijn • 〈 ongunstig〉 that's just the sort of thing he'd do; 〈 gunstig〉 that's right up his streetzij trekken één lijn • they adopt one single view -
19 lijn
♦voorbeelden:iets in grote lijnen aangeven • 〈 ook figuurlijk〉 tracer les grandes lignes de qc.een rechte lijn • une (ligne) droitein een rechte lijn van iemand afstammen • descendre en ligne directe de qn.de resultaten bewegen zich in opgaande lijn • les résultats vont en s'amélioranteen lijn trekken • tracer une ligneaan de (slanke) lijn doen • surveiller sa ligneMaastricht is aan de lijn • vous avez Maastricht au bout du filblijft u aan de lijn, a.u.b.! • ne quittez pas!in de lijn liggen van • être dans le droit fil dedat ligt helemaal in zijn lijn • 〈 net iets voor hem〉 c'est tout à fait lui; 〈 de aangewezen man〉 c'est l'homme qu'il nous fautop dezelfde, op één lijn zitten • être sur la même lignemet lijn 15 gaan, lijn 15 nemen • prendre la ligne no. 15 -
20 goed
goed1〈 het〉♦voorbeelden:liggende goederen • biens immeublesroerend en onroerend goed • biens meubles et immeublesik kan daar geen goed meer doen • tout ce que je fais est mal prisgoed doen • faire le bieniemand goed doen • faire du bien à qn.het zal u veel goed doen • cela vous fera grand bieniets goeds • qc. de bonhij lust graag wat goeds • il aime les bonnes choseshoud dat mij ten goede • ne le prenez pas en mauvaise partten goede komen (aan) • profiter (à)verandering ten goede • (une) améliorationzich ten goede keren • tourner bienwe hebben nog een diner te goed • nous avons encore un dîner en perspectiveik heb nog vier vakantiedagen te goed • il me reste encore quatre jours de vacances (à prendre)je houdt het van mij te goed • je te revaudrai çadat hebben we nog te goed • ce n'est que partie remisedat heb je nog van me te goed • je dois encore te rendre cela; 〈 als dreigement〉 tu ne perds rien pour attendre!wollen goed • lainagehij heeft zijn zondagse goed aan • il porte ses habits du dimanche————————goed2♦voorbeelden:een goed jaar geleden • il y a une bonne année (de cela)is dat je goeie pak? • c'est ton beau costume?hij is een goede veertiger • il a la quarantaine bien sonnéeeen goed verliezer • un bon perdantdoe maar goed wat zout in de soep • n'hésite pas à bien saler la soupeik ben het goed zat • j'en ai par-dessus la têteik ben wel goed maar niet gek • je ne suis pas tombé sur la têtehet goed doen • bien marcherhij kan het er goed van doen • il a de quoi, il a les moyensals ik het goed heb • si je ne me trompewij hebben het goed • nous ne manquons de rien〈 ironisch〉 is het nou goed? • ça y est, maintenant?het is mij goed • (je suis) d'accordhet is ook nooit goed! • tu (il) n'es (n'est) jamais contenthij kan geen goed meer doen • on critique tout ce qu'il faitdat komt wel weer goed • ça va s'arrangergoed kunnen leren • apprendre facilementer goed op staan • 〈 letterlijk〉 être bien (sur une photo); 〈 figuurlijk〉 avoir réussi; 〈 ironisch〉 avoir tout gâchéhij heeft goed praten • il a beau direhet eten ruikt goed • le repas sent bondie jas staat je goed • ce manteau te va bienhij was niet zo goed of hij moest betalen • il a bien fallu qu'il paiedat was maar goed ook! • heureusement!zou u zo goed willen zijn … • voudriez-vous avoir la gentillesse de …het zou goed zijn, als je … • il serait bon que tu …net goed! • (c'est) bien fait!ook goed! • d'accord!dat touw is precies goed • c'est exactement la corde qu'il nous, me fautalles goed en wel maar … • c'est bien beau (tout ça), mais …ik was nog maar goed en wel thuis of … • j'étais à peine à la maison que …goed zo! • très bien!zo goed en zo kwaad als het gaat • tant bien que malgoed bij zijn • être éveillézij zijn weer goed met elkaar • ils se sont réconciliésdat is goed om te weten • c'est bon à savoirwaar is dat goed voor? • à quoi ça sert?hij is nergens goed voor • il n'est bon à riengoed voor ƒ 1000,- • bon pour 1000 florinshij is goed voor een paar ton • 〈m.b.t. bezit〉 il a bien quelques briques; 〈m.b.t. verdienen〉 il se fait bien quelques briqueshij is er niet te goed voor • il en est bien capabledat is een goeie! • elle est bien bonne!dat is te veel van het goede • c'est trop, vraimenthet goede doen • faire le bienniet veel goeds • pas grand-chose de bonzich niet goed voelen • ne pas se sentir bienzij is er goed mee • cela l'arrange bienze is onderweg niet goed geworden • elle a eu un malaise en cours de routezo goed als • pratiquementhet boek is zo goed als af • le livre est pratiquement terminé
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Tau — 1. Das Tau zu ziehen, liegt dem Schiffer ob. – Burckhardt, 121. Jeder soll sein eigenes Geschäft kennen. 2. Mit gebrochenem Tau ist unsicher ziehen. Dän.: Man kand ei drage hart med brudet reeb. (Prov. dan., 92.) Holl.: Aan een krank touw moet… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Seil — (s. ⇨ Seelken). 1. An einem schwachen (morschen) Seile muss man gelinde (nicht zu stark) ziehen. – Simrock, 9467; Körte, 5524. »Mit eim seil das böss ist vnd schwach, soll man ziehen allgemach.« Bei Tunnicius (737): Mit kranken seilen sal men… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Vogel — 1. A Fôglar diar so êder sjong, gung a Kâter iar inj aauer a dik me (wegh me üüb a Dâi). (Amrum.) – Haupt, VIII, 351, 19. Die Vögel, die so früh singen, mit denen geht die Katze über den Deich (am Tage weg). 2. A grosser Vogel braucht a gross… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liste Swadesh Du Néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste Swadesh du neerlandais — Liste Swadesh du néerlandais Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste Swadesh du néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste swadesh du néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Néerlandais (liste Swadesh) — Liste Swadesh du néerlandais Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français